Geschiedenis

De oorsprong van cacao & chocolade

Cacao en chocolade zijn beide producten die een erg lange geschiedenis hebben. Daarom lichten wij het verhaal achter die twee ingrediënten graag duidelijk aan je toe. 

Net als koffie zijn cacao en chocolade afkomstig uit precolombiaanse culturen in Latijns-Amerika. De ontdekkingsreiziger Cortez bracht de producten mee naar Europa en leerde de bevolking er chocoladedrank mee te maken.

Sindsdien was chocolade voor velen een goddelijke bereiding. Toch zagen anderen er dan weer een heidens product in. Hoewel die tegengestelde meningen vandaag niet echt meer spelen, heeft chocolade wel nog een mysterieuze en luxueuze bijklank.

Chocola workshop
Melkchocolade mengen
Pralines versieren
Rand van chocolade oren
Chocola uitsmeren
Chocolade bekijken

De eerste chocoladedrank (oftewel Xocoatl) werd 4000 jaar geleden bereid in de Ulúavallei in Honduras. Die plaats wordt nu als de wieg van chocolade beschouwd.

Tussen 250 en 900 n.C. speelden zowel cacao als chocolade een grote rol in de Mayacultuur en -religie. Zo werd cacao zelfs als betaalmiddel gebruikt. “Cacau” betekent oorspronkelijk dan ook zoveel als “uitwisselen” of “vergoeden”.

Na de Maya’s kwamen de Tolteken en later de Azteken aan de macht in het Mexico van de dertiende eeuw. De Azteken namen daarbij diverse culturele en religieuze gewoonten van de Tolteken over. Ze verafgoodden bijvoorbeeld de gevederde koning en de god van de cacao Qetzalcoatl.

Qetzalcoatl zag het volgens de legende als zijn taak om mensen gewassen zoals cacao te leren telen. Zijn onderdanen leefden dan ook al snel in een waar paradijs, nl. Tula. Jaloerse indringers vergiftigden Qetzalcoatl later, waardoor de Azteken in diepe rouw achterbleven.

1502
Columbus ontdekte de
Nieuwe Wereld tijdens zijn vierde ontdekkingsreis. Hij kwam aan op het eiland Guanaja, vlak bij Honduras en kreeg daar cacao als cadeau van de lokale bevolking.

 

1519
Hernando Cortez
kwam aan in Mexico. De Azteken aanzagen hem voor Qetzalcoatl en overlaadden hem met cacao. Hoewel Cortez liever goud had ontvangen, besefte hij al snel dat die ‘vreemde amandel’ evenveel waard was.

Hij bouwde de eerste cacaoplantages in Mexico en maakte er kennis met Xocoatl, een rode, bittere en peperachtige drank bereid met cacao. Die drank nuttigden de Azteken voornamelijk tijdens religieuze offerfeesten

De drank werd door de kolonisten doorgaans als slecht smakend en heidens beschouwd, maar werd gaandeweg toch populair dankzij z’n genezende en voedzame kracht.

 

1590
Spaanse monniken waren een van de eersten die de chocoladedrank Xocoatl met honing, vanille en rietsuiker vermengden. Die zoetigheid werd alom geliefd in Spanje en veroverde algauw heel Europa. De drank vormt dé basis voor veel van onze huidige chocoladerecepten.

1606
Handelaars en ontdekkingsreizigers verspreidden chocolade in
Italië, Frankrijk, de Nederlanden, Duitsland en Zwitserland. Alle koninklijke hoven en edellieden liepen storm voor de lekkernij.

 

1659
Chocolade vond zijn weg naar de kerk. Die vond het product zondig en decadent, met name omdat adellijke dames vaak chocolade verorberden tijdens lange kerkdiensten. De kerk probeerde het product dan ook te verbieden, maar stootte op veel weerstand van de adel.
In Frankrijk werd
David Chaillou het lands eerste chocolatier. Hij bereidde zoal koekjes en gebak met chocolade in. Toch bleef de zoetigheid vooral voor de adel weggelegd.

 

1660
Chocolade vond zijn weg naar de kerk. Die vond het product zondig en decadent, met name omdat adellijke dames vaak chocolade verorberden tijdens lange kerkdiensten. De kerk probeerde het product dan ook te verbieden, maar stootte op veel weerstand van de adel.

 

1671
De graaf van Plessis-Praslin en zijn chef Lassagne creëerden de allereerste praline: een amandel die in een suikerlaagje werd gehuld. Die noemden ze naar de graaf. Het duurde echter nog enkele eeuwen vooraleer de echte chocoladebonbon ontstond.

1728
De eerste
chocoladefabriek in het Verenigd Koninkrijk was een feit. Die werd opgericht door de familie Fry.

 

1737
De cacaoboom kreeg zijn officiële botanische naam Theobroma cacao dankzij de onderzoeker Linnaeus. Die naam betekent letterlijk “voedsel van de goden” en verwijst naar de mythische achtergrond van het product.

Intussen werd het monopolie van Spanje op de cacaohandel onhoudbaar. Landen als Italië, de Nederlanden en Portugal startten hun eigen plantages op en importeerden cacao vanuit Venezuela.

 

1765
De Britse staatsafgevaardigde John Hannon en Dr. James Baker lieten de Verenigde Staten kennismaken met chocolade. Zij importeerden het product en bouwden in Massachusetts de allereerste chocoladefabriek.

 

1778
In Frankrijk bouwde Doret de eerste automatische machine om cacao te vermalen.

1828
In Nederland vond
Coenraad van Houten de cacaopers uit. Daarmee konden vaste cacaodeeltjes van vloeibare cacaoboter gescheiden worden. Het ontvette cacaopoeder dat daaruit ontstond, kon veel makkelijker in vloeistoffen opgelost worden.

 

1839
Stollwerck, een Duitse bakker, startte zijn zaak op die later tot een van de grootste confiseries in Duitsland zou uitgroeien. Hij verkocht een gevarieerd aanbod aan chocoladeproducten en –merken.

1848
Chocolade kreeg z’n heerlijke vaste vorm door cacaoboter en suiker aan cacaomassa toe te voegen. Wie precies op dat idee kwam, is niet duidelijk. 

Dat probeersel betekende een nieuw begin voor chocolade, aangezien die vroeger altijd als drank geconsumeerd werd of tot kleine blokjes met een korrelige structuur geperst werd. 

Die blokjes moest je dan in water of melk oplossen en vervolgens tot een schuimig mengsel kloppen.

 

1867
De Zwitser Henri Nestlé produceerde melk in poedervorm.

 

1875
Een andere Zwitser, Daniel Peter, kwam op het idee om melkpoeder met chocolade te vermengen, waardoor het concept melkchocolade ontstond.

 

1879
Rudolphe Lindt, ook een Zwitser, ontwikkelde de concheermachine. Daarmee kon hij chocolade urenlang kneden tot die zijn intense en fijne smaak ontwikkelde.

 

1890
De beschrijving van chocolade werd door een aantal Europese landen wettelijk vastgelegd. Er werd immers vaak gefraudeerd met valse chocolade en er heerste een groeiend bewustzijn voor voedselveiligheid bij de overheid.

 

1900
De prijzen van cacao en suiker, de twee belangrijkste ingrediënten van chocolade, daalden aanzienlijk. Zo werden cacao en chocolade in tien jaar tijd betaalbaar voor consumenten uit de middenklasse.

1910
Cacao werd stilaan meer geproduceerd in
Latijns-Amerika, Afrika en Azië dan in Centraal-Amerika. Toen voerden onafhankelijke boerderijtjes cacao aan in plaats van de grote plantages die in de achttiende en negentiende eeuw werden opgericht.

Zowel Europa als de Verenigde Staten industrialiseerden. Landen zoals België speelden een belangrijke rol in de chocoladeproductie, net als in technologieën en marketing errond.

Grote namen in de chocoladewereld zoals Callebaut en Cacao Barry werden geboren. Zij produceerden chocolade voor bakkers, chocolatiers en patissiers.

Ook bekende chocoladehuizen als Neuhaus, Godiva, La Maison du Chocolat, Fauchon, Lindt, Suchard en Sprüngli schoten als paddenstoelen uit de grond.

 

1912
Jean Neuhaus, oprichter van Neuhaus, ontwikkelde een chocoladeschaaltje dat hij opvulde met crèmes en/of notenpasta’s. Zo creëerde hij als het ware de eerste Belgische praline.pa als de Verenigde Staten industrialiseerden. Landen zoals België speelden een belangrijke rol in de chocoladeproductie, net als in technologieën en marketing errond.

Grote namen in de chocoladewereld zoals Callebaut en Cacao Barry werden geboren. Zij produceerden chocolade voor bakkers, chocolatiers en patissiers.

Ook bekende chocoladehuizen als Neuhaus, Godiva, La Maison du Chocolat, Fauchon, Lindt, Suchard en Sprüngli schoten als paddenstoelen uit de grond.

 

1920
Naast de eerste praline ontwierp Jean Neuhaus een rechthoekig doosje uit karton, waarin hij de pralines kon verpakken. Dat doosje noemde hij een ballotin. Voordien werd chocolade veelal in papieren puntzakjes verkocht.

 

1930
De familie Callebaut ontdekte een unieke manier om vloeibare chocolade op te slaan en te vervoeren. Daardoor konden de voedingsindustrie en grote chocolaterieën sneller en efficiënter bevoorraad worden met couverturechocolade. Die chocolade wordt hoofdzakelijk door professionals gebruikt en bevat een hoog cacaobotergehalte.

 

1940
Dankzij de groeiende industrialisering kon chocolade aan de consument verkocht worden tegen betaalbare prijzen. Chocolade werd per kilocalorie zelfs het voordeligste voedingsmiddel.

 

1950
Na de Tweede Wereldoorlog kreeg de chocolademarkt een boost. Chocolade deed z’n intrede in de dagelijkse voedingsgewoontes van de bevolking. Ook werden er tal van nieuwe chocoladeproducten op de markt gebracht.

 

1980
Tijdens dit decennium van fitnessen en diëten deden light– en dieetversies van voeding hun intrede. Toch bleef chocolade immens populair.

Vandaag de dag zien steeds meer mensen chocolade als de ultieme verwennerij – en dat wereldwijd. De chocolade van morgen doet niet alleen dienst als lekkernij, maar heeft ook een helend effect op het lichaam en de geest. Dubbel genieten dus!